Ruimte als suggestie
Zo was het. Daar liepen we. Je kunt daar gaan staan, dan zie je het.
Als je nu vooruit kijkt, zie je het einde. Daar liepen we naartoe.
Kom, we lopen verder. Ik heb een rode jas aan. Het is koud.
We lopen en om ons heen is niets. Zelfs de horizon is niet aan te wijzen.
Zee en lucht zijn één. Ja in de verte zien we iets, contouren, van een eiland. Vaag.
Het lijkt of de ruimte hier een suggestie is, een voorstel.
Dat de ruimte meer kan zijn dan wat er feitelijk aanwezig is.
De contouren zijn er, verder is het aan ons.
Er is alleen deze schets met elementen.
De ruimte die je ziet is een plek die je zelf kunt invullen,
je eigen kunt maken.